Afgelopen weekend bezocht ik een concert van de fantastische Australische band ‘The Theskey Brothers’. Het was een prachtig concert. Het enthousiasme spatte van het podium en de rauwe stem van de zanger doorkliefde de Ziggodome en ging soms door merg en been. Ik houd wel van die rauwe stemmen in de beste traditie van Janis Joplin, Beth Hart en natuurlijk Otis Redding. Geboeid zat ik op het puntje van mijn stoel te luisteren.
Op een zeker moment na ongeveer het eerste kwart van het concert, viel me op dat de zaal erg rumourig was. Er werd hardop gepraat en gelachen bij vooral de bars in de zaal. En als het je eenmaal opvalt, gaat het storen en begin je je te ergeren. Werd het geroezemoes steeds luider, of versterkte mijn ergernis het volume van de zaal? Aan de muziek kon het niet liggen, de versterkers maakten genoeg geluid. Als je daar bovenuit wilt komen, moet je flink je best doen.
Het geroezemoes in een concertzaal tijdens een concert is typisch Nederlands. Veel buitenlandse artiesten klagen erover en in de muziekwereld wordt dit fenomeen al aangeduid met de term ‘Dutch desease’.
In de Cactus in Hengelo loopt een banner mee op de schermen, waarop de bezoekers op dit fenomeen wordt gewezen, maar zowel in de Cactus als in Metropool is het relatief al net zo rumoerig als in de Ziggodome. Wat is het toch vreemd, dat we ons in een schouwburg of theater weten te gedragen, maar dat zodra er een bar in de zaal staat we menen dat we op luide toon en dwars door de muziek heen, het aanstaande weekend alvast kunnen doornemen.
Laten we als trotse Hengeloërs er nu eens voor zorgen dat de Cactus en Metropool gevrijwaard blijven van deze ongein, zodat we tijdens de muziek kunnen genieten van de artiesten. In de pauzes en na afloop mag u van mij alle komende weekenden doornemen.